Nieuws

Wat is beleving en hoe kan je de belevingskwaliteit sturen?

Nieuws
09 mrt 2024

TOOL VOOR BELEVINGSKWALITEIT

We lezen overal op het woord ‘beleving’ maar de uitleg ontbreekt vooral.

De belevingskwaliteit is dan vaak ook niet geslaagd.

Bij URBES gebruiken we het woord beleving alleen maar als we voldoende nagedacht hebben om die belevingskwaliteit te kunnen realiseren.

Naar mijn mening is ‘beleving’ geslaagd als je rond gebouwen en in die gebouwen wandelt en nooit het beeld meer vergeet. Het gaat niet over welke architect of aannemer het gebouwd heeft maar over het juiste gevoel over de ganse lijn die juist moet zitten.

Hoe legt een opdrachtgever uit welke belevingskwaliteit hij wenst? 

Hoe krijgt een architect er vat op en communiceert hij hierover met andere partijen zodat iedereen van elkaar begrijpt wat men bedoelt? 

Iris De Bakker vond een oplossing door te focussen op de werking van twaalf zintuigen. Het betreft een wetenschappelijk onderbouwde methode, waarmee zij architecten adviseert bij het bereiken van de gewenste belevingskwaliteit.

De belevingskwaliteit lijkt een weerbarstig begrip te zijn: wanneer heeft beleving daadwerkelijk kwaliteit en zijn we het daar met elkaar over eens? Als we een ruimte binnen gaan, hebben we binnen twee seconden een gevoel. De plek voelt goed, ongezellig of bijvoorbeeld kil. Het gevoel is heel duidelijk. Als we echter na die twee seconden onze ogen sluiten en proberen vast te stellen wat we exact in die ruimte gezien hebben, blijkt dat we dat vaak niet of in zeer beperkte mate weten. Omdat we ons niet bewust zijn wat we feitelijk hebben gezien en wat we feitelijk hebben ervaren, is het leggen van de link tussen het gevoel en de oorzaak een lastige opgave.

Zo blijven in restaurants bepaalde plekken vaak leeg of worden in zorginstellingen bepaalde ‘gezellige’ zitjes nooit gebruikt. Het is daarbij echter moeilijk te duiden waardoor dat precies komt. De link tussen oorzaak en gevolg (het gevoel) is niet eenvoudig te leggen. 

Dit komt onder andere omdat ‘beleven’ te maken heeft met de totaliteit. Als we een ruimte binnen komen, ervaren we niet alleen een gekleurde wand, een verlichtingsarmatuur of het stucwerk, maar we beleven de totaliteit bestaande uit alle verschillende bouwdelen en kenmerken, inclusief de interacties daartussen. 

De belevingskwaliteit is mede daardoor een lastig te definiëren begrip. Dit is een probleem onder andere tijdens gesprekken met opdrachtgevers en andere partijen, maar ook bij het vastleggen van de belevingskwaliteit in documenten als een Programma van Eisen of het Voorlopig en Definitief Ontwerp. 

Om vat te krijgen op de totaliteit van beleven, is het zinvol vast te stellen hoe mensen exact de omgeving ervaren. De zintuigen vormen het intermediair tussen mens en omgeving en gedegen kennis over de werking van het sensorisch informatiesysteem blijkt de voorwaarde te zijn voor het kunnen kwalificeren en kwantificeren van de belevingskwaliteit.

Zintuigen

De tool om te kunnen sturen op belevingskwaliteit die Iris Bakker tijdens haar promotieonderzoek aan de TU Delft heeft ontwikkeld, is gebaseerd op de werking van twaalf zintuigen. 

Over het algemeen kennen mensen de vijf zintuigen zoals Aristoteles deze heeft benoemd (voelen, horen, zien, proeven en ruiken), maar intussen zijn er twaalf zintuigen vastgesteld die aantoonbaar informatie geven over onze lichamelijke conditie, gevoelens en cognities. 

Zo vertelt onze evenwichtszin of ons lichaam in balans is. Het warmtezintuig geeft informatie welke temperatuur we om ons heen voelen en het symboolzintuig helpt ons de betekenis te begrijpen van gebouwen, ruimtes en elementen. Mensenleren bijvoorbeeld begrijpen wat de betekenis is van een Mariabeeld ineen kerk of wat een schoolbord betekent in een klaslokaal. Dankzij het symboolzintuig begrijpen mensen wat de omgeving bedoelt en welke betekenis deze heeft, zodat mensen daardoor beter ervaren waar ze zich bevinden en wat er van hen wordt verwacht. Dit draagt bij aan gevoelens van psychologische veiligheid. De twaalf zintuigen bieden met alle sensorische informatie inzicht in de totaalervaring: wat ervaren we lichamelijk, hoe ervaren we de gevoelens en op welke wijze worden we beïnvloed door ons denken. 

Juist in het kennis- en informatietijdperk waarin we leven, heeft de manier van denken een grote invloed hoe we omgevingen ervaren. Zo hebben we heel snel een mening over de omgeving, wat onmiddellijk effect heeft op onze beleving. Om deze reden ervaren we een knalroze wand in een meisjeskamer heel anders dan diezelfde knalroze wand als we horen dat het een jongenskamer is. We hebben namelijk geleerd dat in onze cultuur een link bestaat tussen roze en meisjes (wat overigens drie eeuwen geleden niet het geval was, toen jongetjes en mannen vaak roze broeken droegen).

Sensorische informatie

Alle sensorische informatie die de basis vormt van de totale belevingskwaliteit is in de tool vertaald aan de hand van een beoordelingslijst met een aantal zorgvuldig geselecteerde adjectieven die:
• met elkaar de totale omgeving benoemen. De lijst van adjectieven is zo opgebouwd dat alle informatie die de zintuigen geven, kan worden vastgesteld;
• objectief zijn en puur de omgeving beschrijven en niet de ervaring van de waarnemer. Zo is het verwarrend om adjectieven te gebruiken als‘ gelukkig’ of ‘vrolijk’. De waarnemer kan ‘gelukkig’ of ‘vrolijk’ zijn, maar‘ gelukkig’ stucwerk of ‘vrolijke’ verf bestaan niet;
• een link leggen met elementen en kenmerken van de omgeving. Op deze manier geeft de tool handvatten om de belevingskwaliteit te benoemen, te communiceren met anderen, vast te stellen wat mensenexact bedoelen en – bij bestaande bouw – inzicht te geven in de oorzaken waardoor een bepaalde beleving ontstaat.

De tool is toepasbaar voor bestaande bouw en nieuwbouw. 

Bij bestaande bouw geeft de tool inzicht in de aanwezige belevingskwaliteit en kunnenpartijen systematisch met elkaar bespreken wat in het kader van een hogere belevingskwaliteit zou moeten worden veranderd. 

Bij nieuwbouw biedt de beoordelingslijst een handvat om alle facetten van de gewenste belevingskwaliteit te bespreken zodat een volledig en eenduidig beeld hiervan ontstaat. De manier van bespreken is zodanig dat elke invalshoekgenuanceerd kan worden bezien. Het is zinvol dit methodisch te doen om niet te vervallen in begrippen als ‘prettig’, ‘leuk’ of ‘goed’ die niet preciseren wat feitelijk wordt bedoeld. Dankzij element- en kenmerkgerichte databases (onder andere gericht op kleur, ruimte verhoudingen, licht e.d.) die sinds de start van het onderzoek zijn opgebouwd, kunnen 

tijdens de discussies linken worden gelegd met de fysiologische en psychologische effecten die voor de beleving van een specifiek element of kenmerk van belang zijn.

Procesgerichte belevingskwaliteit in PVE

Ook bij het standaard ruimtelijke en functionele Programma van Eisen (PVE) speelt de gewenste belevingskwaliteit een essentiële rol. Veelal is het PVE een optelsom van functiegerichte vierkante meters, bruto/netto verhoudingen en logistieke eisen. Dit biedt echter geen garantie voor een goede belevingskwaliteit. Ook het volledig voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit betekent niet dat het met de belevingskwaliteit van een gebouw wel goed komt. 

Om deze reden is er een uitgebreider PVE nodig namelijk het PVE-PB dat aanstuurt op de Procesgerichte Belevingskwaliteit. Hierin staat niet de functie centraal, maar de processen waaruit deze functie bestaat. Beleven, het ervaren van de belevingskwaliteit, is namelijk een proces. 

Zo noemt het PVE bijvoorbeeld voor een vergaderzaal het aantal personen dat hier moet vergaderen plus het aantal benodigde vierkante meters. Bij het centraalstellen van het vergaderproces in het PVE-PB, komen deel processen naar voren als binnenkomen, ontmoeten, koffie en thee uitschenken, apparatuur bedienen, overleggen, besluiten nemen en afscheid nemen en vertrekken. Het aandacht geven aan de belevingskwaliteit van de deelprocessen, komt uiteindelijk ten goede aan de vergaderkwaliteit ende productiviteit. Zo is de manier van binnenkomen en elkaar ontmoeten van grote invloed op het vergaderresultaat.

Thematisch

Op basis van de tool kunnen gedurende het ontwerpproces afhankelijk van de specifieke situatie verschillende accenten worden gelegd. Zo kan bij het ontwerpproces voor een zorgcentrum het accent liggen op psychologische veiligheid en omhulling, terwijl bij het ontwerpen van een winkel voor smartphones en tablets eerder de focus ligt op transparantie en het tonen van de betekenis van producten. Naast de mogelijkheid dergelijke accenten invulling te kunnen geven, kent de tool tweeverdiepingen, namelijk (kennis) productiviteit en ‘healing environment’. Op basis van haar onderzoek heeft Iris Bakker aangetoond welke elementen en kenmerken in de werkomgeving met name cruciaal zijn om (kennis)productiviteit te optimaliseren. Het blijkt bijvoorbeeld dat gebouwenvoldoende variatie moeten kunnen bieden om daarmee onder andere levendigheid te brengen en voldoende keuzevrijheid aan te bieden. Wat betreft’ healing environment’ is een verdieping gemaakt in samenhang met de werking van de zintuigen en de basiskenmerken van de natuur. De natuur is namelijk op alle fronten onze leermeester en een levend voorbeeld van vitaliteit.

Tool geeft objectieve handvatten

Binnen de kunde van het ontwerpen, blijkt het een kunst te zijn helder met elkaar te communiceren over de gewenste belevingskwaliteit, onze gevoelens daarover te uiten en goed te begrijpen wat we exact bedoelen. Taal is niet alleen beperkt, maar woorden zijn bovendien Multi interpretabel. Zo kan de ene persoon een authentieke houten schuur als levendig beschrijven omdat hij de nervenstructuur van het hout als levendig ervaart. Een tweede persoon echter kan de schuur ook als levendig beschrijven, omdat de ruimte hem doet denken aan levendige jeugdkampen die hij in dit soort schuren heeft meegemaakt. De twee verschillende beoordelingen, noemen het zelfde woord dat echter een geheel andere invulling heeft. Om deze reden biedt de tool de mogelijkheden deze begrippen, die de basis vormen voor de nieuwbouw of verbouw, te verdiepen. De focus is gericht op belevingskwaliteit zodat de tool gebruikt kan worden voor zowel architectuur, interieur, maar ook buitenomgevingen als stedelijke omgevingen en tuinen. De tool geeft objectieve handvatten en brengt mensen bij elkaar waarbij de architect zijn vrijheid behoudt. En vrijheid vormt de essentiële basis voor een krachtig ontwerp.

Levenswerken

Eind 2014 promoveerde Iris Bakker aan de TU Delft op de effecten van de fysieke omgeving op kennisproductiviteit. Zij heeft zich samen met kleurschilder en architect Jan de Boon toegelegd op het ervaren van de totaliteit door middel van de twaalf zintuigen. Met bovenstaande tool ondersteunt zij architecten, ontwerpers en opdrachtgevers om tot de beste ontwerpkeuzes te komen. Vanuit haar bureau Levenswerken geeft zij huisvestingsadvies en biedt diverse cursussen aan.

Praktijkcase toepassing van de beoordelingsmethode

Voor de beoordeling van een bestaande vergaderzaal in een zorginstelling is de beoordelingslijst met adjectieven toegepast. Gebruik wordt gemaakt van de semantische differentiaal, een overzicht van waarden die met tegenstellingen zijn benoemd ( bijvoorbeeld hard versus zacht) en voorzien zijn van een schaalverdeling om de kwalitatieve impressie een kwantitatief karakter te geven. De ervaring die de gebruikers met name hadden (zie een deel van de totale beoordelingslijst) bestond uit het gevoel dat de ruimte ‘uit elkaar viel’ zonder te begrijpen waarom dat zo was. De (hier getoonde) ingevulde beoordelingslijst die alleen het deel betreft met betrekking tot de ruimtelijke verhoudingen en het ervaren van vorm, laat zien dat vooral aspecten als disharmonisch, uit verhoudingen en verdeeld zijn, hoog scoren. Door in de tool niet alleen de beleving globaal te benoemen en deze in een vervolgstap te laten nuanceren en mensen tenslotte te ‘dwingen’ feitelijk te kijken wat zich daadwerkelijk in een ruimte bevindt, kan verklaard worden waarom mensen een bepaald gevoel hebben. Zo bleek in de betreffende ruimte dat de interieurarchitect twee verschillend gekleurde banen tapijt vanuit de gang door had gezet in de vergaderruimte. Het gevolg was dat de ruimte disharmonisch, uit verhoudingen en verdeeld overkwam. Pas bij de derde stap in het proces zagen de gebruikers dat het tapijt twee verschillende kleuren had. Dit bleek de feitelijke oorzaak te zijn, waarom de ruimte niet als een eenheid overkwam

Tekst: Iris Bakker
Dit artikel werd gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 3 van 2016

 

9 maart 2024

Jan Romel

URBES BV